Wiktenauer logo.png

Page:Bruchius Grondige beschryvinge van de edele ende ridderlijcke scherm- ofte wapen-konste.pdf/7

From Wiktenauer
Jump to navigation Jump to search
This page needs to be proofread.


gedaen wort, die, om datse in noch onervaren zijn, sich seer licht laten innemen van sulcke, dien deze Konst meer in de mondt geslagen is, als wel door ervarentheyt verkregen hebben, het welcke heden ten Dage, niet dan al te gemeen is.

Daer zijn ny bykans 17. Jaren door-geloopen, dat ick dese Landen met mijn Konste hebbe by gewoont, want daer ick van het Jaer 1653. Heydelbergh bedient hadde, wierdt ick in 't Jaer 1655. van daer na Uytrecht geroepen: alwaer ick met alle lof (volgens mijn Attestatie) mijn Konst tot het Jaer 1660. geoeffent hebbe; op welcke tijdt ick, op het aenhouden van veele Liefhebbers, Uytrecht verlaten hebbende, op dese wijt-beroemde Academie ben gekomen. Maer dewijl ick mijn oogh-wit tot noch toen niet hebbe konnen bereycken, hebbe ick dit Werck in het licht gebracht, om my daer door in u H.E. geheugenisse te brengen; ende oock met een, op dat dese mijn Wapen-oeffeninge, op het sterck aenhouden, ende versoeck van eenige edelmoedige Zielen, beschreven, tot dienst van veele strecken mocht: door welcke ick my